Download PDF

Strategieën voor een verhoogde implementatie van duurzaam bouwen in Vlaanderen. Toepassing op het schaalniveau van het stadsfragment

Publication date: 2010-10-05

Author:

Vandevyvere, Han

Abstract:

Dit onderzoek gaat na uit welke factoren het implementatiedeficiet duurzaam bouwen in Vlaanderen bestaat, en stelt strategieën voor om de vastgestelde afstanden tot doel te helpen overbruggen. De focus komt daarbij te liggen op de duurzaamheid van het stadsfragment. In een eerste groep hoofdstukken worden de staat van het milieu, de hiermee verbonden impact van de gebouwde omgeving, en de manier waarop deze milieuvraagstukken ingebed worden in ruimere inspanningen voor het realiseren van duurzame ontwikkeling, in kaart gebracht. Sterktes en zwaktes van het lokaal beleid worden opgespoord, en methodologische uitdagingen voor beleid en onderzoek worden vastgesteld. Het onderzoek duidt daarbij aan dat interventies op de schaal van het stadsfragment een aanzienlijk, maar totnogtoe slechts beperkt aangeboord potentieel voor verbetering inhouden. Dit staat in contrast met duurzame ingrepen op de schaal van het individuele gebouw, welke stilaan dagelijkse praktijk worden. Het tweede luik van het onderzoek stelt daarom een methode voor om geïntegreerde stedelijke duurzaamheid op wijkniveau te evalueren en aan te sturen.Een voorafgaande analyse van mogelijke definities voor het concept geïntegreerde duurzame ontwikkeling laat toe om de verschillende soorten disciplinegebonden input te identificeren die vereist zijn om tot dergelijke definitie te komen. Herman Dooyeweerds filosofie van de modale sferen wordt daarbij weerhouden als een geschikt theoretisch referentiekader.Vervolgens wordt een set van indicatoren die geïntegreerde duurzame ontwikkeling op het niveau van een stadsfragment kunnen beschrijven, samengesteld. Deze set dient een dubbele doelstelling. Enerzijds dient ze een wetenschappelijke basis voor evaluatie aan te reiken, in het bijzonder voor wat betreft de kwantificeerbare aspecten van milieuperformantie. Anderzijds dient ze toe te laten om het complex geheel van zowel kwantitatieve als kwalitatieve factoren voor stedelijke duurzaamheid, op een bevattelijke en transparante manier te beoordelen. Dit moet ondermeer toelaten dat evaluatie- en beslissingprocessen op aanbrengen van experts door een bredere groep actoren en stakeholders voltrokken worden. De uitwerking van de methode wordt daarbij ondersteund door een analyse van bestaande indicatorsystemen, en een controle van het voorstel in termen van de theorie van de modale sferen. Wegingsfactoren voor de indicatoren worden afgeleid met de hulp van een expertpanel. Voor de weergave van de geëvalueerde prestaties wordt een nieuw soort radardiagram ontwikkeld.Drie case studies laten tenslotte toe om de methode te toetsen aan concrete praktijkomstandigheden. De selectie van de cases is zo opgevat dat een representatief staal van contexten voor stedelijke interventie in Vlaanderen bekomen wordt. Meerbepaald worden een greenfieldontwikkeling, een stedelijk herwaarderingsproject en een randstedelijke invuloperatie bestudeerd. Voor de derde case wordt ook een alternatief ontwikkelingsvoorstel geformuleerd, en geconfronteerd met de bestaande plannen. Een beknopte sensitiviteitsanalyse en een samenvattende vergelijking van de cases laten toe om enkele meer algemene conclusies te formuleren. Het derde luik van het onderzoek plaatst de resulterende bevindingen van alle voorgaande analyses in een breder perspectief. Hierbij worden inzichten vanaf het schaalniveau van het stadsfragment geëxtrapoleerd naar de domeinen van stedenbouw en ruimtelijke ordening. De rol van opgeschaalde levenscyclusanalyse, toekomstige energievoorziening, stedelijke morfologie, het mobiliteitsvraagstuk en de daaraan gelinkte planningsinstrumenten wordt onderzocht.