Download PDF

EVALUATIE IMPULSFONDS - Rapport

Publication date: 2017-01-06
Publisher: Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid; Brussels

Author:

Van roy, Kaatje
Peersman, Wim ; De Lepeleire, Jan ; Mamouris, Pavlos ; De Sutter, An ; De Maeseneer, Jan ; Goderis, Geert

Abstract:

Dit rapport bespreekt de evaluatie van Impulseo of het Impulsfonds. In het kader van het Impulsfonds zijn een pakket maatregelen uitgewerkt om de vestiging en samenwerking van huisartsen aan te moedigen. Via deze maatregelen verleent de Vlaamse overheid financiële ondersteuning bij de opstart van een huisartsenpraktijk (een renteloze lening en een premie) en bij de uitbouw van een praktijk (een tegemoetkoming voor een onthaal- en administratief bediende of een tegemoetkoming voor de kosten van de dienstverlening van een medisch telesecretariaat). Deze evaluatie beoogt in opdracht van de Vlaamse regering na te gaan in hoeverre de doelstellingen van het Impulsfonds bereikt werden. Meer bepaald, zijn de maatregelen erin geslaagd om: • huisartsen te oriënteren een praktijk op te starten in ‘huisartsarme’ zones of ‘prioritaire’ zones? • logistieke en personeelsmatige ondersteuning te bieden aan de huisartsen? Op basis van een kwantitatieve en kwalitatieve analyse komt het rapport tot zes aanbevelingen: 1. Blijvend inzetten op de waardering van huisartsen en de erkenning van hun noden. 2. De hoofddoelstelling van de ondersteuning moet gericht blijven op het garanderen van toegankelijkheid van de eerstelijnsgezondheidszorg door een goede spreiding van het aanbod en aandacht voor sociaal kwetsbare groepen. 3. De criteria voor het bepalen van huisartsenarme of prioritaire zones dienen meer verfijnd en gedifferentieerd te worden. De huisartsenkring kan hier volgens Domus Medica een cruciale rol in spelen en dient hiervoor ondersteund te worden. 4. Ondersteuning van praktijkvoering op de eerste lijn wordt best uitgebreid naar andere disciplines binnen de praktijk (praktijkassistentie, maatschappelijk werk, verpleegkunde, etc.). De noden in de praktijken zijn immers veel ruimer dan administratieve ondersteuning. 5. Meer inzetten op stimulering en ondersteuning van samenwerkingsverbanden. 6. De mogelijkheid tot evaluatie moet van meet af aan deel uitmaken van de opzet van het plan.