Download PDF

Taal & Tongval Colloquium, Date: 2016/11/25 - 2016/11/25, Location: Ghent

Publication date: 2016-11-25

Author:

Van de Velde, Freek
Marzo, Stefania ; Pijpops, Dirk ; Ruette, Tom ; Zenner, Eline

Keywords:

Moroccorp, ethnolect, corpus, Morrocan-Dutch

Abstract:

Binnen de neerlandistiek is er uitgebreid aandacht voor het Marokkaans-Nederlandse etnolect, onder andere in het werk van Cornips & De Rooij (2003), Jaspers (o.m. 2005), El-Aissati et al. (2005), Nortier & Dorleijn (2008), Muysken (2013) en Van Meel et al. (2016). We weten uit dit onderzoek dat er veel variatie is in het gebruik van etnolectale elementen en dat jongeren bepaalde fenomenen bewust inzetten om sociale betekenis weer te geven. Aangezien bestaand onderzoek meestal gebaseerd is op interactionele corpusdata, en dus op kleinere tekstcollecties (bijv. Boumans 2002), hebben we nog geen brede kijk op de mate waarin deze etnolecten verschillen van andere Nederlandse variëteiten. Om een grootschalige analyse mogelijk te maken, hebben Ruette & Van de Velde (2013) het 'Moroccorp' beschikbaar gesteld, een corpus van 10 miljoen tokens gelogd chatmateriaal van Marokkaans-Nederlandse chatkanalen. Door de de aard en opzet van dat corpus is het goed vergelijkbaar met het 'Nederlands-Nederlands' chatmateriaal van het Condiv-corpus (Grondelaers et al. 2000). Dankzij de grootte van het corpus kunnen we nagaan in welke mate de huidige inzichten in de morfosyntactische eigenheid van het Marokkaans-Nederlandse etnolect generaliseerbaar zijn. Hoewel Moroccorp zijn nut bewezen heeft in lopend onderzoek naar de morfosyntaxis van het Nederlands (Van de Velde & Weerman 2014; Pijpops & Van de Velde 2016), is het niet vrij van problemen. Er is geen meta-informatie beschikbaar over de demografische of linguïstische achtergrond van de gelogde sprekers, en daardoor is het ook moeilijk in te schatten of de geaggregeerde resultaten een betrouwbare reflectie zijn van het etnolect. Daar komt nog bij dat het überhaupt niet vanzelfsprekend is het Marokkaans-Nederlandse etnolect af te zonderen als variëteit (zie ook Jaspers 2008, Cornips 2008: 114, en Van der Sijs 2014: 120-121), omdat de beoogde gemeenschap niet vast gedetermineerd is door de varianten die ermee geassocieerd worden, en vrij heen en weer kan bewegen tussen de etnolectische varianten en de standaardtalige of dialect-varianten. Niettemin blijkt uit exploratief onderzoek dat de bekende sjibbolets die in de vakliteratuur geassocieerd worden met het Marokkaans-Nederlands, met als bekendste voorbeeld overgeneralisering van zijdige determinatoren (type 'de meisje'), inderdaad in Moroccorp geattesteerd zijn, afgezet tegen de baseline van het Condiv. In deze lezing brengen we een aantal studies bij elkaar die gebruik gemaakt hebben van Moroccorp-data. Het gaat om: (a) inflectie op adjectieven ('een mooie verhaal') (b) genustoekenning ('de paard') (c) de d/w-verschuiving ('het mooiste dat/wat ik gehoord heb') (d) de partitieve genitief ('iets interessant(s)') (e) verzwakking van sterke werkwoorden ('hij drinkte') Als we de resultaten onderling vergelijken, blijkt dat sommige morfosyntactische eigenaardigheden van het Nederlands wél en andere geen verschillen vertonen tussen het Moroccorp met Condiv. We overlopen in deze lezing ook de redenen die voor dat verschil geopperd worden, zoals de verklaring van Pijpops & Van de Velde (2016) dat de mate van transparantie een rol speelt (zie, voor vergelijkbare noties, ook Leufkens 2015 over transparantie en Adger 2006 over (un)interpretable features).