Pollution In eel. A cause of their decline?

Publication date: 2008-05-23

Author:

Belpaire, Claude
Volckaert, Filip ; Ollevier, Frans

Abstract:

Verontreiniging in paling.Een oorzaak van zijn achteruitgang? SAMENVATTING. De Europese paling Anguilla anguilla (L.) is een ruim verspreide, panmictische en katadrome vissoort. Deze soort vertegenwoordigt een belangrijke economische waarde voor de visserij en komt voor over een groot deel van het Europese continent. Uit monitoring van de hoeveelheid glasaal die de Europese rivieren optrekt, wordt afgeleid dat de palingpopulatie in zeer ernstige mate afgenomen is. De toestand van de stock wordt momenteel beschouwd als beneden de biologische veiligheidsgrenzen en een recente Europese regelgeving vraagt dringend om beschermingsmaatregelen. Alhoewel verschillende mogelijke oorzaken voor de achteruitgang gesuggereerd werden, kon een wetenschappelijk gefundeerde verklaring nog niet gegeven worden.Paling is een langlevende, carnivore, bentische en vetrijke soort, die bijzonder gevoelig is voor opstapeling van lipofiele contaminanten zoals polychloorbifenylen (PCB’s), organochloorpesticiden (OCP’s) en gebromeerde vlamvertragers (brominated flame retardants, BFR’s). Aan het Vlaamse Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO) werd een meetnet over Vlaanderen opgezet, waarbij over een onderzoeksperiode van 14 jaar contaminanten in paling gemeten werden. Zo werden tussen 1994 en 2007 meer dan 3000 palingen afkomstig van 376 meetstations, geanalyseerd op PCB’s, OCP’s, zware metalen en een selectie van andere stoffen.Wij toonden aan dat de paling in het gele-aalstadium een zeer geschikte chemische bio-indicator is; het contaminantprofiel in paling is een vingerafdruk van de pollutiedruk op de meetplaats waar de paling opgroeit. Monitoring van contaminanten in het aquatisch milieu is in Vlaanderen gebaseerd op metingen in water en sediment, maar veel metingen van lipofiele stoffen zoals PCB’s en OCP’s zoals DDT, de drins en hexachloorbenzeen vallen onder de detectielimiet. In paling echter zijn deze stoffen in haast alle gevallen meetbaar. Het is daarom wenselijk om de meetstrategie voor deze verontreinigende stoffen in ons aquatisch milieu kritisch door te lichten, zowel op Vlaams als op internationaal niveau, in de context van de verplichtingen van de Europese Kaderrichtlijn Water.Met de resultaten van onze analyses werd de toestand van een 30-tal verontreinigende stoffen beschreven en werden kaarten gemaakt van hun verspreiding in Vlaanderen. De meeste stoffen zijn algemeen verspreid en alom aanwezig in Vlaamse paling. De mate waarin deze stoffen aangetroffen worden is afhankelijk van het rivierbekken. De analyse van contaminanten in paling laat ons toe om specifieke verontreinigingshaarden aan te duiden. In gebieden met intensieve textielindustrie werden zeer hoge BFR-gehaltes gemeten en in gebieden met hoge landbouwdruk werden hoge lindaanconcentraties aangetroffen. Er kon worden aangetoond dat sinds lang verboden stoffen zoals DDT, op sommige plaatsen nog steeds gebruikt worden. Een trendanalyse binnen de studieperiode toont aan dat de gehaltes aan PCB’s en sommige OCP’s significant dalen. Ook de gehaltes van sommige metalen (lood, arseen, nikkel en chroom) blijken in paling af te nemen. Dit is evenwel niet het geval voor cadmium en kwik.Zelfgevangen paling is sterk gegeerd door sportvissers, omwille van de hoge concentraties aan allerlei vervuilende stoffen vormt de consumptie van deze paling echter een mogelijk gevaar voor de volksgezondheid. Verschillende maatregelen werden dan ook reeds genomen: een tijdelijk meeneemverbod voor alle gevangen paling tussen 2002 en 2006, en de uitvaardiging van een consumptienorm voor PCB’s in vis en afgeleide producten. Op ca. 75% van de meetplaatsen overschrijden de PCB-gehaltes in paling deze wettelijke consumptienorm. Via een inschatting werd de PCB-belasting bij sportvissers die zelfgevangen paling consumeren, vergeleken met deze bij een populatie niet-vissers. PCB-inname bij vissers is een reden tot grote bezorgdheid en er wordt verwacht dat PCB-opstapeling er dermate hoog kan zijn dat toxicologische effecten niet uitgesloten mogen worden. Momenteel wordt de bescherming van de volksgezondheid onvoldoende gewaarborgd, het is daarom wenselijk om meer doortastende beleidsmaatregelen te nemen.Mogelijke effecten op de paling van de contaminantbelasting werden eveneens onderzocht. Ondanks de zeer hoge opstapeling van endocrien verstorende stoffen, werden geen afwijkende vitellogenineconcentraties in het immature gele-aalstadium gemeten. Wel werd er een significant negatieve correlatie vastgesteld tussen zware-metaalbelasting en conditie, hetgeen wijst op een impact op de gezondheid van de paling. In de groep van sterk verontreinigde palingen werd een verminderde genetische variabiliteit waargenomen. We konden bovendien aantonen dat het vetgehalte en de conditie van de palingpopulatie significant afnemen tijdens de laatste 15 jaar, zowel in Vlaanderen als in Nederland. Dit brengt de migratie en de voortplanting van deze trekvis in het gedrang. Deze afname in energiereserve lijkt ons te wijten aan de invloed van verontreinigende stoffen. Dergelijke resultaten zijn belangrijk voor het internationaal palingbeheer, en spelen mogelijk een sleutelrol in het onderzoek naar de oorzaken van de achteruitgang van de soort. Wellicht moet de Darwiniaanse evolutietheorie in palingtermen geïnterpreteerd worden als ‘the survival of the fattest’.